Iedere beroepsgroep heeft zijn eigen jargon. Mijn vriendinnen staarden ons altijd in verbijstering aan als mijn man en ik serieus bespraken of het huishouden een resultaatsverbintenis dan wel een inspanningsverbintenis is. In de ziekenwereld is ook veel jargon. Vlak na haar geboorte kreeg onze jongste eetproblemen en moest zij een neussonde. Dan ga je termen gebruiken als “een sonde zetten” of “wat is de Ph waarde of heb jij het plopje gehoord?”.
Aanvankelijk schurk je nog dicht tegen het medisch jargon aan. En ook de manier waarop je met die sonde omgaat, heeft dezelfde zorgvuldigheid als de verpleegsters in het ziekenhuis. Maar gaandeweg went zo’n ding. Je wordt makkelijker: als je in het restaurant ontdekt dat je de sondevoeding bent vergeten, kom je een heel eind met Fristi. Je leert hem zelfs zelf inbrengen: al betekent dat je hard huilend en tegenspartelend kind in de houdgreep nemen en een slang door haar neus, via haar keel, haar maag induwen. En zelfs dat went.
Grappig genoeg verandert met de gewenning ook het jargon. Het medische gaat eraf. En zo hoorde ik onszelf op een dag dingen zeggen als:
“Laten we haar nog even aftanken.”
“Kun je die slang vast tapen, hij valt er bijna uit.”
“Mam, zal ik hem bijvullen?”
Als je niet beter zou weten, zou je denken dat je in een garage van illegale tweedehandsauto’s terecht bent gekomen…
© Leontien Sauerwein
Hi Leontien, je schrijft zo prachtig beeldend dat het in de ziel blijft hangen. veel liefs Frederike
LikeLike
Mooi verhaal Leontien! Via Hans hoor ik regelmatig verhalen over je dochtertje. Gisteren at ik weer met hem in de stad! Goede groet van Tom.
LikeLike
Wat leuk te horen Tom! Deel m’n blog gerust! En tot weerziens!
LikeLike