Coen Verbraak imponeert al jaren met zijn serie Kijken in de Ziel. Een vriendin attendeerde mij op De Achterblijvers: integere, aangrijpende verhalen over het rouwen van mensen die een dierbare (kind, partner, zus) verloren. En alhoewel mijn rouw een andere is – want eigenlijk voortdurend en tegelijkertijd ben ik niemand kwijt – was veel herkenbaar. Mijn vriendin en ik herkenden allebei het stuk over de veelal goedbedoelde teksten waar je in rouw niks aan hebt (alhoewel ik de tekst “we gaan het hier nu toch niet de hele tijd over hebben?” moeilijk als goedbedoeld kan zien). Beiden waren we aangeslagen op “Als ik iets kan doen, bel me dan”. In de uitzending had een vrouw daarvan gezegd “als ik in mijn diepste rouw zit, kan ik helemaal niet bellen”.
Opvallend genoeg begon mijn oudste vriendin, met wie ik al haar verlies heb meegeleefd en zij de mijne, er ook over. Zij vroeg me waarin de pijn zit bij zo een opmerking: het is toch juist ook zo lief bedoeld? En dat is waar. Op een enkele huichelaar na, is het altijd heel goed en oprecht bedoeld. En ik heb zelf ook heel oprecht deze tekst regelmatig uitgesproken. Heel hard hopend dat iemand ook daadwerkelijk belde.
Toch ervaar ik het nu anders. Op de een of andere manier heb je er ook niks aan. Of, zoals mijn oudste schoonzus die diepe rouw kent, mij leerde: je moet niet vragen wat je kan doen, je moet iets doen! (Ik moet daarbij altijd denken aan het verhaal van een oud-collega die na het veel te vroeg overlijden van zijn vrouw met jonge kinderen achterbleef. Een vriend van hem had hem opgebeld met de mededeling dat zij een vakantiehuisje hadden geboekt voor een week, of ze ook kwamen. En een ander had een tas boodschappen aan de voordeur gehangen. En hoe heerlijk concreet dat was geweest.)
Ik probeerde uit te leggen waar hem het ongemak voor mij in zit. De verantwoordelijkheid die nu op mijn schouders rust is voor mij zo enorm groot, dat die eigenlijk niet te dragen is. Iedere ouder zal de minst genomen lichte paniek of stress na de geboorte van je eerste kind herkennen: die enorme verantwoordelijkheid voor het leven van dat piepkleine kwetsbare wezentje dat nu op je schouders rust (en terzijde: alle ouders die dat ontkennen, liegen). Die verantwoordelijkheid is die eerste dagen zo groot. Maar het went, en dan wordt het al snel makkelijker en lichter.
Wanneer echter duidelijk wordt dat je kind nooit zelfredzaam zal zijn, komt dat gevoel in volle omvang terug: het is zo kwetsbaar, een vlindertje dat voor het leven helemaal van jou afhankelijk is. Die verantwoordelijkheid heb je iedere minuut van de dag: ook als ze op haar dagbehandelingscentrum is heb ik altijd mijn telefoon binnen handbereik en alhoewel ik tot ergernis van mijn familie vaak mijn mobiel niet hoor, mis ik intuïtief nooit een telefoontje van hen.
Die voortdurende verantwoordelijkheid heeft het vooruitzicht mijn hele leven lang aanwezig te zijn. En dat, en vooral dat vooruitzicht, vind ik een van de zwaarste dingen. En dus wil ik af en toe ontzorgd worden. Gewoon even “of the hook” zijn. Als je dan wordt aangeboden dat je kunt bellen, dan lijkt dat fijn. Maar als je er doorheen zit, wil je niet ook nog daarover moeten beslissen: wat ga ik dan vragen aan deze persoon? Wat heb ik eigenlijk nu nodig? Geen idee, ik waad door diepzwarte klei, kan mijn voeten nauwelijks optillen en dan moet ik nu ook nog gaan bedenken wat jij….? Dus inderdaad: in je diepste momenten, bel je niet.
Tegelijkertijd knaagde de vraag van mijn vriendin aan me. Het is namelijk ook heel lief bedoeld en zo enorm oprecht. En met deze reactie van ongemak doe je daaraan geen recht. Je gaat voorbij aan de intentie, die bijzonder mooi is en ook een steun in de rug.
Mijn echtgenoot verwoorde de crux: met zo een aanbod verwoord je ook een beetje je eigen onmacht. Wanneer je heel dichtbij iemand staat, weet je intuïtief wat te doen: dan handel je naar de relatie die je met iemand hebt; de één is een luisterend oor, de ander boekt een vakantiehuis. Maar als je iets verder staat, dan weet je soms niet zo goed hoe vorm te geven aan je betrokkenheid. En om dan maar lukraak boodschappen te gaan doen… Het is ook een beetje arrogant daaraan voorbij te gaan.
Ik zal mijn ongemak en arrogantie wat temperen… Maar tegelijkertijd: een concreet aanbod is wel echt heel fijn…
Nu niet allemaal een vakantiehuisje boeken……
© Leontien Sauerwein