Een vriendin van mij is toen zij volwassen was naar Nederland geëmigreerd. Haar moederstaal is dus niet Nederlands en alhoewel zij inmiddels vloeiend en accentloos Nederlands spreekt, blijft zij altijd een spoortje van oplettendheid behouden. Zeg ik het goed? Klopt het zo? Is dit een Nederlandse uitdrukking?
Als je tweetalig wordt opgevoed, werkt het anders, denk ik. Maar zo niet, dan is volgens mij je eerste taal echt een integraal onderdeel van je zijn, je wezen. Met die taal ontdek je de wereld, leer je jezelf benoemen, je gevoelsleven uitdrukken. Taal geeft je een middel om jezelf en je omgeving te leren kennen, te duiden en in jouw context te plaatsen. En in je moederstaal kun je dat het meest compleet, het meest genuanceerd uitdrukken. En juist die nuance, die rijkdom in de taal, is belangrijk.
Of zoals Pierre Bokma in de Volkskrantmagazine een tijd terug benoemde, is taalverarming, taalversimpeling gevaarlijk, omdat je dan de woorden mist om de goede vragen te stellen. Waarop het gesprek blokkeert, en dan lonkt het geweld. Zonder bloemrijke taal, zijn wij misschien wel weinig meer dan Neanderthalers, zoals de laatste decreten en campagne-retorieken laten zien.
Ons vlindertje is lang van taal verstoken gebleven. Tenminste dat denken we, want wij hebben ook lang behoorlijk onderschat hoeveel taalbegrip ze werkelijk had. Inmiddels is duidelijk dat ze veel meer van mijn zinnen en woorden begrijpt, vermoedelijk ook nu nog meer dan wij in de gaten hebben. En toch voel ik nog steeds een aarzeling in de gesproken communicatie. Als ik haar zeg dat we in bad gaan, weet ze wat we gaan doen. Maar het is niet echt van haar, want zij bevestigt het niet met gesproken taal. Het is maar één kant op. Er is geen wederkerigheid in het verbale gesprek, ook al begrijpen we elkaar volledig.
Mijn zoon vroeg zich laatst af wat zij denkt en vooral hoe zij denkt. Ik zei hem dat we dat misschien wel nooit zullen weten. Maar een glimp ervan kreeg ik toen we in een openbare gelegenheid moesten wachten, en mijn dochter dat niet van plan was. Het dreigde als altijd in zo’n situatie een behoorlijke scene te worden, dus ik zocht even snel afleiding op mijn telefoon. Google bracht me bij een paar filmpjes waarin twee logopedisten een simpel verhaaltje spelen met gebaren. Het amateurisme is alom aanwezig, de verhaallijn is niet sterk, en ook onvoldoende duidelijk voor mijn dochter, maar ze vond het tot mijn verbazing geweldig. Met vreugdekreten begroet ze sindsdien de filmpjes.
Ik vroeg me af wat haar zo aansprak, toen ik zag dat en vooral hoe ze terug gebaarde. Het was alsof ik mijn vriendin zag Skypen met haar moeder, zo vertrouwd met de taal. En ineens dacht ik: jij denkt in beelden… jij praat en denkt in beelden, het is een integraal onderdeel van je zijn, zo breng jij je genuanceerde boodschap over…
die beeldtaal is je ‘moerstaal’….
en als je moer zal ik er alles aan doen hem me net zo eigen te maken….!
© Leontien Sauerwein