Ons vlindertje was lang behoorlijk op haar moeder gericht. Beter gezegd; totaal op haar moeder gericht. In de trant van: er is er één in de wereld en dan heel heel heel lang niks…. Die echt eenkennige fase van ons kleintje is al een tijdje over. Maar toch ben ik nog altijd degene die de voorkeur heeft, zeker als het gaat om dagelijkse rituelen als naar bed brengen, eten geven en in bad doen.
Als moeder kun je dat als een bevestiging van jezelf zien, maar ik heb moeders die zich gevleid voelen door de aanhankelijkheid van hun kind altijd een beetje gewantrouwd. Wat zegt het nou over jou als je kind aan je rokken hangt? Het zegt vooral iets over de mate waarin je kind toe is aan zelfstandig stappen zetten in het leven. En als je kind daar nog niet aan toe blijkt te zijn, is dat: ofwel de normale ontwikkeling ofwel jij houdt als moeder je kind te klein…
Misschien zie ik het te simpel, maar het is duidelijk dat ik zelf niet zo heel erg dol ben op die aanhankelijkheid.
Omdat wij de zaken thuis zo geregeld hebben dat ik er rond etenstijd het meest ben, verander je zo’n schema tegelijkertijd ook niet zo snel. Spitsuur is niet echt een moment om eens lekker te experimenteren met een andere verdeling van de taken. En dus geef ik haar iedere dag weer eten, doe haar ’s avonds in bad en breng haar naar bed. Heerlijke momenten, zeker als zij helemaal ontspant in bad en de slappe lach krijgt bij het slaapliedje, maar soms ook steeds zwaarder…. Want die lieve en fijne momenten zouden nog fijner en liever zijn als het niet een gedwongen ritme van 7 dagen per week, 52 weken per jaar is.
In de ochtenden is het ritme doorbroken zoals vanochtend maar weer eens bleek. Ik wilde papa een uitslaapochtend gunnen, maar daar was ons vlindertje het bepaald niet mee eens. Onder luid gemopper gebaarde zij het hele ontbijt “papa”… Het was duidelijk: papa moest zoals altijd de boterham smeren…
Om een hardnekkige voorkeur te doorbreken heb je eigenlijk steeds een beetje een breekijzertje nodig. En deze week deed zich nog zo´n breekijzertje voor. Ik had een opleidingsdag waar ik pas laat in de avond van thuis zou komen. Opa kwam oppassen. De hele dag, want de dag ervoor moest ik ons vlindertje eerder van de dagbehandeling ophalen omdat ze niet lekker was. Daar was de volgende ochtend niks meer van te merken, maar we hadden nu de hele dag al afgesproken. Opa stond dus voor dag en dauw op de stoep en ik vertrok. Huilen, zoals gebruikelijk. Na tien minuten in de auto kreeg ik het verlossende appje dat de rust was weer gekeerd. De rest van de dag hoorde ik niks. Fijn, want dat vergroot het gevoel van “even niks”, maar het zegt nog niks over haar voorkeuren.
Dat opa een speciaal plekje had ingenomen bleek ´s avonds. Aan het eind van de dag dronken opa en papa nog een drankje en daarna maakte mijn vader zich op voor vertrek. Normaliter een moment waarop ze vooral kijkt en pas na vertrek zwaait. Nu was haar echter volkomen duidelijk wat er ging gebeuren. Het gezicht van ons vlindertje betrok en haar onderlipje begon vervaarlijk te trillen…..
en opa kon alleen nog maar zeggen “ach schatje…”
Opa en zijn vlindertje……
© Leontien Sauerwein