“Hé.. hallo…! Ja nu zie ik het, hallo! Hoe gaat het?” Het duurde een paar seconden, maar toen herkenden we elkaar. Onze dochters hebben op dezelfde instelling gezeten. We kenden elkaar van de ouderavonden. We praatten bij, zoals je dat doet met ouders die je via je kind kent. Op weg naar huis bedacht ik me wat er nou anders was geweest aan dit bijpraten.
Het was aan het eind van een feestje waar meer mensen waren geweest die ik via mijn kind ken (alleen dan via het “gewone” kind). Van goede bekenden tot goede vrienden, en het was leuk om met iedereen bij te praten. We hadden gelachen, om onszelf en onze kinderen, en gedeeld hoe het met onze kinderen was, met ons en met onze levens. We hadden genoten van de jarige die ons bewees dat ook als je zestig wordt, je nog steeds een fantastisch optreden kunt geven met je band. Het gaf ons allemaal een goed gevoel over de toekomst, waar ook wij naar toe rimpelen.
En toen, al na twaalven, op weg naar buiten, op de drempel ineens die ontmoeting met die andere ouder. Ook haar ken ik via een van mijn kinderen. Alleen nu via mijn andere kind, mijn gehandicapte dochter. Ook wij praatten bij. Maar dat ging toch net even anders.
Normaal heb ik een soort rond verhaal met optimistische kijk richting toekomst (ja het gaat goed, we zijn het jaar goed begonnen, ons mannetje doet het goed op school, net als ons vlindertje, nu ook zorg thuis, dat was hoognodig, de spanning was te hoog opgelopen, maar we zijn weer op de goede weg). Ik denk dat iedereen dit in meer of mindere mate doet, ook zonder gehandicapt kind. Mensen hebben gewoon niet altijd zo’n zin in sombere verhalen. En eerlijk: ook ik als verteller niet altijd.
Maar bij die andere ouder gaat dat dus niet. Als het klikt, is zo’n verhaal met optimistisch eind bijna ongepast. Het klopt gewoon niet. Het gekke is dat ik deze moeder helemaal niet goed ken (ik hoorde eigenlijk nu pas het volledige verhaal van haar dochter), en toch stonden we allebei in no time met tranen in onze ogen. Ze raakte me toen ze precies dezelfde metafoor gebruikte als ik laatst bij een lezing had gedaan. Over hoe het voelt. “En dan hangt daar altijd die donkere wolk. Soms zit ik er midden in, soms is hij verder weg, maar hij is altijd aanwezig is.”
Ja, zo voelt het. Een donkere wolk, altijd aanwezig. Nooit even los.
Wat voelt het goed als iemand dat even benoemt, juist nu we weer op de goede weg zijn. Want die wolk blijft. En het helpt als iemand anders dat even benoemt. Iemand die hem ook heeft hangen, die wolk.
Omdat je eigenlijk daarna pas écht, die goede weg met optimistische blik in kunt slaan.
© Leontien Sauerwein
Wat mooi Leontien, het echte delen, dat waar het uiteindelijk om gaat in het leven!
LikeLike
Dank! dat is de kern inderdaad. Delen, herkenning en daardoor erkenning
LikeLike