“Hoe ga je dat doen dit lange weekend weg?” Die vraag kreeg ik afgelopen week een paar maal gesteld. Mijn vader had mij uitgenodigd voor Oerol en dus was ik vier dagen weg van huis (een topweekend gehad!). Mijn man en ik waren tegelijkertijd uitgenodigd voor een (fantastisch) huwelijksfeest, dus ik ben tussendoor ook nog op en neer geweest. Inderdaad een beetje een logistieke race, maar daar ging die vraag niet over. Die vraag sloeg op de kinderen en of mijn man dat wel ging redden. Zo alleen. Met die kinderen.
Dit weekend las ik in de krant dat we in Nederland nog een heel traditioneel beeld van de rolpatronen hebben. Als een kind ziek is, wordt de werkende moeder als eerste gebeld en niet de werkende vader. Ik herkende het geschetste beeld wel; toen ik zwanger was werd mij gevraagd hoeveel dagen ik ging werken, mijn man heeft die vraag nooit gekregen. Ik dacht bij lezing van het artikel terug aan die vraag van deze week: hoe ga het doen dat lange weekend weg?
Het is waar dat wij ogenschijnlijk een traditionele verdeling van de taken thuis hebben als het om de kinderen gaat. Ik regel voor hen het meeste en ben na school thuis. Mijn werk doe ik in schooltijd (en ’s avonds). Maar dat betekent niet dat mijn man met de handen in het haar zit als ik er een paar dagen niet ben. Hij neemt altijd al een behoorlijk deel van de huishoudelijke taken voor zijn rekening. Maar los daarvan bleek dit weekend opnieuw dat hij ook nog eens veel georganiseerder en sneller is dan ik. Het hele huis is spic en span, boodschappen en was zijn gedaan. Er is zelfs aan de schooltaken gewerkt. Meer dan ik ooit bereik in een lang weekend.
Misschien had de vraag beter kunnen zijn: hoe ga je het doen als je weer thuis bent?
© Leontien Sauerwein
Heerlijk die zelfspot
LikeLike